Appie El Hatri werd geboren in Marokko en verhuisde in 1973 naar Nederland. Een jaar later begon hij met karate, iets wat hij tot op de dag van vandaag is blijven doen. Inmiddels mag hij zich Shihan noemen en heeft hij de 7e dan. Hij traint kinderen, maar ook professionals die uitkomen op de grote toernooien en wekelijks honderden kilometers afleggen voor zijn lessen.
De dojo is een groot en belangrijk onderdeel van Sportcentrum Elhatri. Toch wil Appie met klem benadrukken dat Elhatri geen vechtsportschool is. ‘We bieden sportmogelijkheden voor de hele familie, op alle niveaus. Iedereen is hier welkom, dat willen we uitdragen. Dat voelen de mensen die hier al langer sporten ook: een relaxte sfeer, gemoedelijk, gezellig. Respectvol ook. Er is hier geen plaats voor agressie.’ Als eigenaar is dat zijn missie: een plek bieden waar iedereen zich thuis voelt.
Als karatemeester neemt hij bewust én onbewust zijn passie voor die sport mee in zijn dagelijkse werk. ‘Karate is een verdedigingssport, het gaat om zoveel meer dan de techniek achter de juiste trap. Concentratie, focus, incasseringsvermogen, schakelen, hand-oogcoördinatie… Al die eigenschappen zijn onlosmakelijk verbonden met de sport. Het fysieke en mentale gaan hand in hand. Natuurlijk heb je kracht nodig, maar tussen de oren wordt minstens zo hard gewerkt. Voor mij zijn die twee niet meer los van elkaar te zien.’
Zijn sportcentrum is geboren uit zijn eigen passie. Waar hij begon in gymzaaltjes, met het trainen van vrienden en bekenden, heeft hij nu 2000m2 aan vloeroppervlak waar wekelijks 82 lessen worden gegeven door hemzelf of door docenten die ook vanuit hun passie hun lessen geven.
Appie: ‘Voor mij kenmerkt Elhatri zich door de persoonlijke aanpak en de passie van de instructeurs. Die passie is wat ons bindt, en wat we uitdragen in onze lessen. En ik denk dat bepaalde kerneigenschappen van de vechtsport, zoals het respect voor elkaar, diep in het DNA van Elhatri zitten. Die zorgen vervolgens voor die prettige sfeer die iedereen hier ervaart. Daar zijn we trots op!’